29 juni 2021
‘Het is toch geweldig als je online een klas binnenstapt en alle kinderen zitten daar met laarzen aan. Dat die kinderen zo opgaan in het bezoek aan de boerderij, ook al is het virtueel, raakt me. Nog mooier is het als we ze op het bedrijf mogen ontvangen en kunnen laten zien waar de melk vandaan komt of hoe je patat maakt. Ik vind het fantastisch om mijn kennis met deze kinderen te delen en het boerenbedrijf tastbaar voor ze te maken. De verbazing dat ze zelf van melk boter kunnen maken. In hun ogen lijkt het wel tovenarij.’
Banking for better days
Samen met zijn collega’s uit het agri team zet Harm zich in voor Stichting De Boer. ‘Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren waar het voedsel vandaan komt en tegelijkertijd proberen we onze liefde voor dier en natuur op ze over te brengen. De ABN AMRO Foundation ondersteunt deze stichting en richt zich daarbij specifiek op kinderen die opgroeien in een omgeving met minder kansen, geld of sociaal netwerk. De Foundation brengt partijen bij elkaar en faciliteert het proces met middelen en vrijwilligers uit de bank. Ik ben een van die vrijwilligers met een agrarische achtergrond, maar ook collega’s zonder deze achtergrond helpen mee. Samen zetten we ons in om de kinderen een onvergetelijke, leuke en leerzame dag te bezorgen. Dat ABN AMRO ons daarvoor ondersteunt met 5 extra vrije dagen, de zogenaamde Banking for Better Days, voelt goed en onderstreept nogmaals dat we ons als organisatie willen inzetten voor een betere wereld. Hoe klein het verschil ook is dat we bereiken met onze inzet.’
Met hart voor de sector
Harm is bankier én boer. Veel van zijn ‘vrije’ tijd besteed hij op een melkveehouderij. ‘ABN AMRO biedt me de kans om mijn rol als Relatiemanager flexibel in te vullen. Dat geeft mij de gelegenheid om dagelijks bij te springen in het familiebedrijf. Dagen van 5 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds, waarin ik beide rollen combineer, zijn dan ook eerder regel dan uitzondering. Maar ik geniet van ieder uur. Hoewel het mijn ambitie is om het bedrijf ooit over te nemen, zou ik het liefst beide banen blijven combineren. Onder het motto boeren voor boeren kunnen wij als geen ander meedenken met de ontwikkeling van bedrijven in deze sector.
Ons volledige team bestaat uit bankierende boeren die de praktijk kennen, de taal spreken en snel aanvoelen of ambities realistisch of opportunistisch zijn. We bezoeken veel bedrijven, beschikken over uitgebreid cijfermateriaal en kunnen op basis daarvan snel inschatten of er sprake is van gezond ondernemerschap. Zie ik bijvoorbeeld dat ten opzichte van de melkproductie relatief hoge kosten staan voor voer, dan vind ik wel dat ik daarop moet wijzen. Vroeg of laat bedreigt dat de continuïteit van de onderneming en dat is niet in ons beider belang. Dit is een voorbeeld, maar doordat we de sector door en door kennen, kunnen we op veel verschillende manieren de boeren bijstaan in het realiseren van duurzame groei. Samen werken aan een gezonde sector in ieders voordeel; banking for better!’